
In de jaren tachtig van de achttiende eeuw raakte neoclassicistische architectuur in zwang in Kaapstad. De frivole krullen van de barok en de rococo maakten plaats voor pilasters en strakke kroonlijsten. In deze overgangsperiode ontstonden ook de zogeheten dakkamers. Dit waren kamers die boven op de platte daken van stadswoningen werden gebouwd. Er wordt wel beweerd dat ze dienden als uitzichtpunt om de komst van schepen in de baai waar te nemen, maar lang niet alle dakkamers waren op de zee gericht. In totaal werden er een stuk of twaalf huizen gebouwd met een dakkamer. Tegenwoordig zijn er nog twee huizen met een dakkamer: het Martin Melckhuis en het gereconstrueerde Rozenhof. Een van de mooiste verdwenen dakkamerhuizen was het London Hotel aan de Langmarkstraat, vlak bij het Groentemarkplein.

Het London Hotel werd omstreeks 1790 gebouwd. Het pand had een hoge stoep en was opvallend rijk versierd. Het bovenlicht, oftewel het raam direct boven de voordeur, moet een van de mooiste van de Kaap zijn geweest. Sierlijk pleisterwerk omsloot het middelste raam op de eerste verdieping en het raam in de dakkamer. De dakkamer werd bekroond door een fronton en aan de zijkanten bevonden zich klauwstukken. Vermoedelijk waren de versieringen van de hand van de Kaapse beeldhouwer Anton Anreith.

Begin negentiende eeuw, na de definitieve Britse overname van de Kaap, werd het London Hotel in het pand gevestigd. De naam prijkte in grote letters op de gevel. Links van het London Hotel, op de hoek van de Burgstraat en het Groentemarkplein, verrees tussen 1876 en 1879 de neogotische Central Methodist Church. Het koor van de kerk werd pal tegen de oostelijke zijmuur van het London Hotel aangebouwd.

In de jaren tachtig van de negentiende eeuw leidde een brand tot de sluiting van het London Hotel. Na de herstelwerkzaamheden werd het Temperance Hotel geopend in het pand. Rond 1905 besloot de toenmalige eigenaar de voorgevel van het gebouw te slopen en helemaal opnieuw op te bouwen in edwardiaanse stijl. De oude zijmuren en een deel van het interieur bleven behouden en werden opgenomen in de nieuwbouw die nu al jaren het Tudor Hotel huisvest. Het is een mooi gebouw, maar het kan niet tippen aan zijn Kaaps-Hollandse voorganger.