
De ellende begon op 23 juni 1904 rond het middaguur. Zware regenbuien veranderden de straten van Kaapstad in rivieren. Vanuit de hoger gelegen wijk Gardens op de helling van de Tafelberg stroomde een muur van modderig water naar beneden richting het centrum van de stad. Op sommige plekken bereikte het water een hoogte van bijna een meter. De bewoners van een huis op de hoek van de Glynnstraat en de Buitenkantstraat konden ternauwernood worden gered uit hun volgelopen huis. ’s Avonds bleven stortbuien de stad teisteren en begon het te onweren. De volgende dag braken de wolken open. Op de Tafelberg waren prachtige watervallen zichtbaar.
Op 25 juni voerde de harde noordwestenwind opnieuw zware regenbuien aan. Grote delen van de stadskom kwamen onder water te staan. Dit keer was de schade het grootst in District Six en Tamboerskloof, waar in aanleg zijnde straten werden weggespoeld. Ook in het centrum veroorzaakte de overstroming een ravage. In de Adderleystraat en de St. Georgestraat probeerden winkelmedewerkers verwoed het water buiten te houden.

De overstromingen spraken dusdanig tot de verbeelding dat de Central News Agency in Kaapstad een boekje uitbracht met een beschrijving van het gebeuren en foto’s van de overstroomde stad. Het boekje, genaamd Cape Town Under Water, kostte zes pence en was zo populair dat er een tweede druk verscheen.